top of page

Hoofd Hart Handen

In onze school willen we de kinderen op zo’n manier begeleiden dat ze geprikkeld worden, nieuwsgierig worden, hongerig worden naar kennis. Dit leerproces starten we door elk onderwerp vanuit de verwondering aan te bieden door dit samen spelenderwijs te verkennen. Dit maakt dat kinderen zich verbinden met de lesstof en dus met de aangeboden kennis. Het leren wordt hierdoor betekenisvol.

Ze verwerven kennis door in beweging en in verbinding nieuwe stof te ontdekken en leren dat geleidelijk steeds meer op een abstract niveau te verwerken. In de kleuterperiode worden rekenvoorwaarden en taalvoorwaarden ontwikkeld door te spelen met elkaar en met diverse opdrachtjes (hoeveel kinderen zijn er in de klas en hoeveel bekers heb je nodig voor iedereen om de tafel te dekken, een woord is opgebouwd uit klanken, welk woord bedoel ik met m-aa-n?), in groep 3 hebben ze de sprongetjes en kastanjes nog nodig om 3 en 4 bij elkaar op te tellen, later rekenen kinderen helemaal uit het hoofd.

In het periodeonderwijs werken we veel met die beweging en ervaring, in de oefenuren worden methodeboeken en schriften gebruikt om de lesstof zelfstandig in te oefenen en te herhalen. 
We maken gebruik van zoveel mogelijk zintuigen om zo op zoveel mogelijk manier passend bij elk kind kennis te brengen naar het hoofd.

In onze school leren we met elkaar, de klas is een echt groep en er wordt veel aandacht geschonken aan sociale opvoeding. We zijn niet voor niets met elkaar samen gekomen. Vaak is het zo dat juist het kind waar je moeite mee hebt, degene kan zijn waar je het meest aan te leren hebt. Dat geldt voor kinderen onderling maar ook de leerkrachten zijn zich er bewust van dat zij hun hele leven lerende wezens zijn. Een belangrijk onderdeel van ons curriculum is het kunstzinnige onderwijs , dat er volledig op gericht is om de kwaliteiten die spreken vanuit je hart verder te kunnen ontwikkelen en te kunnen uiten in verschillende vormen. In de kunstzinnige vakken zoals schilderen, vormtekenen en tekenen leren kinderen zich uiten op vele manieren en leren ze de kwaliteiten te benoemen van bijvoorbeeld kleuren gerelateerd aan je gevoelswereld. Ook werken we op een kunstzinnige wijze met taal in de vorm van gedichten en tijdens toneel door vol eerbied voor de kwaliteiten van je rol en vol passie voor je eigen toneelspel een prachtige prestatie neer te zetten. Door middel van kunstzinnig onderwijs en in de vorm van onze voorbeeldrol en 
door de gezamenlijke activiteiten die we ondernemen in klassen stimuleren we de persoonlijkheids- en de moraliteitsontwikkeling van de kinderen.

Kinderen zijn volop betrokken bij het leerproces, de fantasiekrachten en verwondering worden aangesproken. In de kleuterklas maken kinderen hun eigen huisje van kisten en lappen, er wordt iedere week brood gebakken, getekend en geschilderd. In de hogere klassen is ieder jaar een toneelperiode, we schrijven verhalen, maken gedichten, verzinnen eigen sommen, trekken er op uit om de omgeving te verkennen, enz. Door ervaringen met elkaar te delen kom je weer op nieuwe ideeën en is de beleving dieper. 

Een kind dat zich gelukkig voelt, dat goed in zijn vel zit, is meer ontvankelijk voor lesstof.

In alle lessen, door alle jaren, dus ook bij het taal- en rekenonderwijs is er beweging. Door klappen, stampen, doorgeven van pittenzakjes, tikken met stokken wordt de te leren stof mede verinnerlijkt. Juist door het bewegend leren worden bijvoorbeeld de tafels van vermenigvuldiging of een te onthouden tekst op een andere manier in de hersenen ingeprent.

Daarbij is bewegen gezond voor het lichaam, én komen door beweging de fijne verbindingen in de hersenen tot stand. Ook staat het werken met de handen voor ons rechtstreeks in verbinding met de ontwikkeling van je wilskracht. Je leert dingen scheppen naar eigen idee en dit kan soms een heel proces zijn en wat van je wilskracht vragen. Zo worden er in de middenbouw bijvoorbeeld huizen gebouwd en in de bovenbouw wordt er hout bewerkt. In de kleuterbouw wordt er brood gebakken en worden er hutten gebouwen. 

Zo worden in ons onderwijs het hoofd, het hart en de handen tijdens elke activiteit aangesproken, zodat de leerling zich in de volledige breedte als mens kunnen ontwikkelen en leren scheppen wat hun hoofd bedenkt en leren ervaren hoe een proces verloopt en wat het resultaat van de arbeid met je doet.

bottom of page